Een IT programmeur worden is niet iets wat je zomaar even doet. Vaak moet je er jaren voor studeren en er hard voor werken. Tijdens zo’n studie zul je allerlei opdrachten krijgen die je moet kunnen uitvoeren. Zo kunnen je leraren zien of je het in je hebt om ook in het echt problemen op te gaan lossen. Tijdens je studie leer je onder andere hoe je één of meerdere programmeertalen moet gebruiken. Voorbeelden van programmeertalen zijn onder andere HTML, C++, en C#. Wanneer je iets gaat programmeren, moet je je wensen immers in zo’n machinetaal omzetten zodat de computer begrijpt wat je bedoelt. Ook leer je als programmeur hoe je zelf software kunt ontwikkelen. Hiervoor heb je vele hulpmiddelen nodig. Deze hulpmiddelen staan uiteraard ook op de computer en je zult dus moeten leren hoe je deze kunt gebruiken. Software kan worden ontwikkeld met verschillende methodes. Softwareontwikkelmethodes worden gebruikt om systematisch het proces van de ontwikkeling te kunnen aanpakken. Er zijn veel soorten ontwikkelmethodes, maar deze zijn onder te verdelen in twee categorieën: de watervalmethode en de iteratieve methode. Hieronder wordt uitgelegd wat de verschillen zijn.

Verschillende ontwikkelmethodes

Wanneer je gebruik wilt maken van de watervalmethode, moet je een aantal stappen uitvoeren die na elkaar doorlopen moeten worden. Zo wordt het resultaat van stap één dus het beginpunt voor stap twee. Automatiseringsprojecten worden al heel lang op deze manier aangepakt. Toch zijn er nadelen aan deze methode. Eén daarvan is de tijd die het doorlopproces kost. Ook moet je er bij de watervalmethode vanuit gaan dat alle wensen en eisen aan het begin van het project al bekend zijn. Maar vaak kan dit nog veranderen wanneer je al bent begonnen het het project. Daarom is de iteratieve methode ontwikkeld. Deze methode staat het toe om tijdens het proces nog dingen te kunnen aanpassen zonder dat je daarvoor opnieuw hoeft te beginnen. Zo kun je bijvoorbeeld eerst de basis van het programma maken en deze testen. Vervolgens kun je beginnen met de volgende stap zonder dat je de basis nog hoeft te veranderen. Als je werkgever zijn of haar wensen dus nog verandert, is dat geen probleem. De planning is op deze manier dus flexibeler en goed te controleren. In de praktijk komt het meestal voor dat de twee methodes door elkaar gebruikt worden.